Afspraak is afspraak

De heer Y. komt naar het spreekuur van de ombudsman en

klaagt erover dat de dienst Belastingen – ondanks de gemaakte afspraak – de invorderingskosten ten bedrage van € 870,– niet kwijtscheldt.

De zoon van de heer Y. had een auto op zijn naam staan waar veel parkeerboetes voor zijn uitgeschreven. De heer Y. heeft geprobeerd de financiële gevolgen recht te trekken. Hij heeft hiertoe contact gezocht met de dienst Belastingen (die de incasso van de parkeerboetes doet) en een afspraak gemaakt over kwijtschelding van de invorderingskosten. De heer Y. heeft zich gehouden aan de gestelde voorwaarden (hij moest voor een bepaalde datum een bepaald bedrag betalen). De dienst Belastingen komt volgens hem echter de afspraak niet na omdat de invorderingskosten uiteindelijk niet zijn kwijt gescholden.

De dienst Belastingen doet dit niet omdat er volgens de Belastingen nog een tweede afspraak gemaakt was: “alleen als de zoon geen voertuig op zijn naam zou hebben staan, zouden de invorderingskosten kwijtgescholden worden”  De heer Y. betwist deze tweede afspraak, die – in tegenstelling tot de eerste afspraak – niet op papier gezet. De heer Y. kent alleen de eerste afspraak, de tweede afspraak kwam hem pas ter ore toen de Belastingen – ondanks zijn betaling – de invorderingskosten niet bleek kwijt te schelden. De gemeente heeft bij hem de verwachting gewekt dat de invorderingskosten zouden worden kwijt gescholden omdat hij voldaan had aan de afspraak.

Volgens de ombudsman zijn er onvoldoende aanwijzingen om aan te nemen dat heer Y. wel bekend was of had kunnen zijn met deze tweede afspraak of een extra voorwaarde voor kwijtschelding van de kosten. Bewijs ervoor ontbreekt. Bovendien had de zoon op het moment dat de heer Y. zijn deel van de  afspraak was nagekomen, geen nieuwe auto op zijn naam staan. De ombudsman heeft de stellige overtuiging dat indien de heer Y. op de hoogte was van een tweede voorwaarde, hij zich ook zou hebben ingezet om te voorkomen dat zijn zoon wederom een auto op zijn naam zou zetten.

De ombudsman acht de klacht gegrond wegens strijd met het behoorlijkheidsvereiste Betrouwbaarheid en geeft het college van burgemeester en wethouders in overweging te bevorderen dat de invorderingskosten alsnog aan de heer Y. worden kwijtgescholden. De ombudsman neemt er met instemming kennis van dat het college de aanbeveling overneemt en dat de invorderingskosten worden kwijt gescholden.

Voor het hele rapport klik hier