Wonen én werken in Rotterdam

Mevrouw R. woont in Zutphen en werkt daar met een Wsw-indicatie bij sociaal ondernemer IG. Omdat zij graag dichter bij haar familie wil wonen, vat mevrouw R. het plan op om te verhuizen naar Rotterdam. Ze wil echter wel graag blijven werken. Daarom neemt IG in oktober 2014 namens mevrouw R. contact op met de gemeente Rotterdam met het verzoek om mevrouw R. in Rotterdam op de wachtlijst te plaatsen. De gemeente Rotterdam weigert dat omdat de wachtlijst voor 2014 al vol is. Met het oog op het vervallen van de Wsw per 1 januari 2015 plaatst de gemeente geen nieuwe kandidaten meer op de wachtlijst.

Ondertussen is mevrouw R. half november naar haar nieuwe Rotterdamse woning verhuisd. Zij is blij met de nabije aanwezigheid van haar familie maar lijdt onder haar gedwongen werkloosheid. IG dient in maart 2015 namens mevrouw R. een klacht in bij de ombudsman. Volgens IG had de gemeente voor 1 januari 2015 op grond van de wet helemaal niet de vrijheid om te bepalen wie er wel en wie er niet op de wachtlijst werden geplaatst.

De ombudsman opent een onderzoek naar de klacht. De ombudsman legt de klacht aan de gemeente voor en verzoekt de gemeente om op de stelling van IG te reageren. De inspanningen van de ombudsman leiden er uiteindelijk toe dat de gemeente alsnog bereid is om mevrouw R. een baan aan te bieden. IG beëindigt daarop het arbeidscontract met mevrouw R. die aansluitend per 31 juli 2015 in dienst van de gemeente Rotterdam treedt. Mevrouw R. is dolblij met deze oplossing.