Wie handhaaft er op ‘wrakschepen’?

De heer V. klaagt over overlast van slecht onderhouden boten aan de Spangesekade. De boten liggen er veel langer dan de 72 uur die is toegestaan. In de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) staat dat je op deze plek niet langer dan drie dagen achtereen een ligplaats mag gebruiken.

De boten waar de heer V. over klaagt, lagen eerst in de Spaanse Polder, maar daar moesten ze vertrekken. Dat een aantal boten een opknapbeurt kan gebruiken blijkt wel uit de foto’s die de heer V. mee stuurt. Hij spreekt zelf van ‘wrakschepen’. Op sommige boten wonen volgens hem mensen, die alleen maar wat rondhangen, bier drinken en oud ijzer en spullen verzamelen.

De heer V. heeft contact met de wijkagent die de klacht van de heer V. herkent. Het is niemand duidelijk wie eventueel iets aan deze ‘wrakschepen’ moet doen. De gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf wijzen naar elkaar. Het Havenbedrijf is in ieder geval verantwoordelijk voor de vaarroute, maar geldt dit ook voor de aangemeerde boten aan de kade? De heer V. benadert daarom de ombudsman.

De ombudsman vraagt of de gemeente de klacht wil oppakken als een handhavingsverzoek. De ombudsman denkt net als de heer V. dat het gaat om overtreding van de APV. In dat geval is handhaving een logische stap.

De gemeente reageert, na onderzoek en met wat extra tijd, dat de verantwoordelijkheid inderdaad bij de gemeente ligt. De eigenaren van de boten ontvangen een brief waarin ze worden gewezen op de 72-uur regel. De stadswachten zullen dagelijks gaan surveilleren op het naleven hiervan. De heer V. is tevreden dat nu duidelijk is wie er verantwoordelijk is voor het blijvend aanmeren van de ‘wrakschepen’ en dat de gemeente concrete stappen onderneemt. Zo blijft de kade een mooi stukje Rotterdam waar de heer V. en anderen van genieten. Omdat de heer V. tevreden is, sluit de ombudsman het klachtdossier.