Scheiden doet lijden

Het echtpaar H. gaat scheiden. Ze hebben een eigen huis. Daar blijft de heer H. wonen. Mevrouw L., voorheen mevrouw H., verhuist op een gegeven moment naar een nieuw huis. Scheiden betekent ook het regelen van administratieve zaken. Bij het ex-echtpaar H. stonden de belastingen op naam van mevrouw H. Zij gebruikte tijdens het huwelijk de naam van haar man. Alle belastingaanslagen waren daarom gericht aan mevrouw H.

De heer H. deed tijdens het huwelijk de administratie en de betalingen. Een aantal jaren geleden veranderde de heer H. van bankrekeningnummer. Dat gaf hij netjes door aan de Vakeenheid Belastingen van de gemeente (hierna: Belastingen). Op één belastingaanslag na, ging dat goed. Bij die ene vordering stopte de automatische incasso. Bij Belastingen bleef de vordering liggen.

Nu mevrouw L. zelfstandig woont, stuurt Belastingen haar een dwangbevel op naam van mevrouw H. Mevrouw L. is boos. Belastingen schrijft haar aan als mevrouw H. en het dwangbevel gaat over het huis waar ze niet meer woont en betreft een vordering van bijna vijf jaar geleden.

De heer H. probeert dit bij Belastingen glad te trekken. Hij denkt dat de vordering verjaard is. Hij wil ook dat Belastingen de naam L. gebruikt als ze mevrouw aanschrijft. Hij wil dat Belastingen toegeeft dat ze een fout heeft gemaakt met het bankrekeningnummer, en zelf schuld is dat de vordering zo lang heeft gelegen.  Hij dient een klacht in bij de ombudsman. Die vraagt Belastingen om in te grijpen.

Belastingen stuurt mevrouw L. een formulier Verklaring naamgebruik. Als ze dat invult en opstuurt, zal de overheid voortaan haar naam L. gebruiken. Het dwangbevel wordt ingetrokken en alleen het resterende bedrag, zonder verhogingen, moet betaald worden.

Voor Belastingen blijft mevrouw L. de belastingplichtige. Volgens de wet en vaste rechterlijke uitspraken mag Belastingen geen nieuwe aanslag uitbrengen als de eerste vordering juist is uitgebracht. Nu de eerste aanslag tijdens het huwelijk correct op naam van mevrouw H. was uitgebracht, mag hij niet opnieuw op naam van de heer H. worden uitgebracht.

Dit alles stelt de gemeentelijke ombudsman vast als hij onderzoek doet. Belastingen heeft gedaan wat zij moest doen, inclusief het herstellen van gemaakte fouten en helpen bij het naamgebruik van mevrouw L. Het blijft natuurlijk sneu voor de heer H. en mevrouw L. dat na hun echtscheiding dit hele “gedoe” erbij komt.