Rotterdam: oordeel over werkwijze rondom verwijdering van een fiets

Rapport van 7 november 2013 over de wijze waarop het Cluster Stadsbeheer, afdeling Toezicht en Handhaving van de gemeente Rotterdam heeft gehandeld rondom de verwijdering van een fiets.

De ombudsman ontvangt een klacht van de heer S. Hij vertelt dat hij begin 2013 zijn fiets had geparkeerd voor zijn woning, waarbij de fiets met 2 sloten was beveiligd. Deze fiets had een lekke band, die niet direct geplakt kon worden omdat de weersomstandigheden het niet toelieten. Door de medewerkers van de afdeling Toezicht en Handhaving van het Cluster Stadsbeheer (de stadswachten) is toen een zogenaamde roze sticker op de fiets geplakt. Deze stickers dienen als waarschuwing dat de fiets als een zogenaamde ‘weesfiets’ wordt aangemerkt en verwijderd zal worden. De heer S. geeft aan dat hij de lekke band gerepareerd heeft en deze sticker verwijderd heeft.

De heer S. zegt kort daarna opnieuw een lekke band te hebben opgelopen. Vervolgens is er door de stadswachten later opnieuw een sticker geplakt op de fiets.. Ook deze sticker heeft de heer S. verwijderd. De heer S. geeft aan dat hij hierover met de stadswachten gesproken heeft en dat de stadswachten tegen hem gezegd hebben dat als hij de sticker zou verwijderen, dit voldoende was en de fiets niet langer als weesfiets aangemerkt zou worden. De fiets van de heer S. is echter wel verwijderd.

Na onderzoek oordeelt de ombudsman dat niet vast is komen te staan dat de fiets terecht als weesfiets is aangemerkt. Daarmee is niet aannemelijk gemaakt dat de fiets terecht is verwijderd. De ombudsman concludeert dat de gemeente in strijd met het behoorlijkheidsvereiste van een goede motivering heeft gehandeld. De gedraging is niet behoorlijk en de klacht is gegrond.