Zonder toestemming medische gegevens opgevraagd

(samenvatting dossier 2016.1244/2322) Mevrouw E. vraagt voor haar 86-jarige moeder, mevrouw C. een rolstoel aan. Omdat haar moeder niet in staat is een elektrische rolstoel te besturen, wordt het een handbewogen rolstoel. Mevrouw E. is de 1e mantelzorger voor haar moeder en kan zo’n rolstoel zelf niet goed duwen. Daarom vraagt zij ook een rolstoelfiets aan. De gemeente wil de rolstoel toekennen, maar niet de rolstoelfiets. In plaats van de fiets krijgt mevrouw C. een rolstoel met duwondersteuning. Mevrouw E. is het daar niet mee eens. Er ontstaat een discussie over ‘voorliggende voorzieningen’. Het geschil tussen mevrouw E. en de gemeente over de rolstoelfiets komt uiteindelijk bij de rechter terecht.

Bij de ombudsman klaagt mevrouw E. erover dat haar moeder zo lang heeft moeten wachten op de rolstoel. In oktober 2014 vroeg zij die rolstoel aan en volgens mevrouw E. kreeg haar moeder de rolstoel pas in maart 2016.

Uit het onderzoek van de ombudsman blijkt dat na de periode van eind februari 2015 tot begin april 2015 waarin de passing en proefplaatsing van de rolstoel plaatsvond, mevrouw C. niet de beschikking had gekregen over een rolstoel. Volgens de gemeente wilde mevrouw E. alleen een rolstoel met rolstoelfiets voor haar moeder en anders niet. Mevrouw E. stelt dat de gemeente haar had gezegd dat zij een rolstoel mét duwondersteuning voor haar moeder moest accepteren en dat haar moeder anders niets kreeg.

Tijdens het onderzoek constateert de ombudsman dat mevrouw E. een aantal keer schriftelijk om de rolstoel voor haar moeder heeft gevraagd, maar dat de gemeente daar niet op reageerde.  De ombudsman vindt dat de gemeente op zijn minst bij mevrouw E. had moeten nagaan wat haar moeder en mevrouw E. wel wilden.  Het was voor de gemeente immers duidelijk dat de 86-jarige mevrouw C. niet kon lopen en hoe kon zij anders verplaatst worden? De ombudsman vindt dat de gemeente te traag en onvoldoende hulpvaardig is geweest.

Mevrouw E. klaagt ook over de uitwisseling van haar medische gegevens en die van haar moeder met derden. De ombudsman stelt vast dat de gemeente medische gegevens van mevrouw E. heeft opgevraagd zonder dat zij daarvoor een toestemmingsverklaring had getekend. Dat geldt eveneens voor het feit dat de gemeente medische gegevens van mevrouw E. in het dossier van haar moeder, mevrouw C., bewaarde. Dat mag allebei niet en de gemeente erkent dat ook. Zij past haar werkwijze op deze punten aan.

De ombudsman vindt echter ook dat de gemeente niet zomaar 4 keer medische adviezen op mag vragen zonder de aanvrager van een Wmo-voorziening en in dit geval haar mantelzorger daarover te informeren. De gemeente is het daar niet mee eens. De gemeente vindt dat zij een wettelijke verifieerplicht heeft als de medische adviezen onvoldoende duidelijk zijn. De ombudsman is het met de gemeente eens dat zij eventuele onduidelijkheden in medische adviezen moet (laten) verhelderen, maar ziet niet in waarom betrokkenen daarover niet geïnformeerd hoeven te worden. Zo mogelijk in de toestemmingsverklaring zelf, maar er zijn ook andere manieren om inzicht te geven in de communicatie die de gemeente met haar medisch adviseurs heeft.

Aan zijn oordeel verbindt de ombudsman 5 aanbevelingen:

  1. Sla medische persoonsgegevens niet langer op in (digitale) dossiers, maar vernietig deze na kennisname of geef ze terug aan de betrokken cliënt.
  2. Sla medische persoonsgegevens van mantelzorgers niet op in het dossier van degene aan wie zij mantelzorg verlenen.
  3. Gebruik alleen de juiste en meest actuele toestemmingsverklaring voor het uitwisselen van gegevens met derden en vermeld daarop uitdrukkelijk de betreffende instanties en met welk doel de gegevens uitgewisseld worden.
  4. Vermeld in de toestemmingsverklaring zoveel mogelijk welke vragen de gemeente aan de medische adviseurs wil stellen en met welk doel.
  5. Geef cliënten waarvan persoonsgegevens worden gevraagd zowel mondeling als schriftelijk informatie over de manier waarop die gegevens worden verwerkt en over hun privacyrechten.

De ombudsman zal monitoren hoe de gemeente invulling gaat geven aan deze aanbevelingen.