Ombudsman ziet begin 2015 eindelijk verbetering bij Werk & Inkomen Rotterdam

(Persbericht 9 april 2015)

Niet eerder waren er zoveel klachten bij de ombudsman over de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) in Rotterdam als in 2014. Dit blijkt uit het vandaag gepubliceerde jaarverslag van de Rotterdamse ombudsman Anne Mieke Zwaneveld. De vorig jaar door de gemeente genomen maatregelen lijken echter effect te sorteren. Het aantal klachten in het eerste kwartaal van 2015 is nog steeds hoog, maar met name de klachten over het uitblijven van voorschotten, waardoor veel mensen in ernstige problemen kwamen, zijn aanzienlijk verminderd.

Eén op drie klachten gaat over Werk & Inkomen
In 2014 heeft de gemeentelijke ombudsman in totaal 3685 vragen en klachten over de gemeente Rotterdam behandeld. Dat is bijna een kwart meer dan in 2013 (2968). De toename van het aantal klachten  in 2014 is voor het overgrote deel toe te schrijven aan klachten over Werk & Inkomen. Ongeveer één op de drie klachten bij de ombudsman ging over Werk & Inkomen. Daarnaast is het aantal klachten over Publiekszaken, in het bijzonder over de wachttijden bij de stadswinkels, fors toegenomen.

Geen contact mogelijk
Eind 2013 heeft de gemeentelijke ombudsman al de noodklok geluid over de uitvoering van de WWB in de gemeente Rotterdam. De gevolgen voor burgers die een beroep moesten doen op bijstand waren vaak groot: dreigende huisuitzetting, afsluiting van gas, water en licht, toenemende schulden, aanmaning na aanmaning, incassobureau’s aan de deur, een grote druk op familieleden en vrienden om te helpen, ook als deze het zelf niet zo breed hadden.

“Mensen moesten soms erg lang wachten op een beslissing op hun aanvraag, zonder dat de gemeente het wettelijk verplichte voorschot uitkeerde. Telefonisch contact met Werk & Inkomen lukte vaak niet. Op terugbelverzoeken werd niet gereageerd. Persoonlijk langsgaan bij Werk & Inkomen leverde ook niets op. Dat is hèt recept voor boosheid en frustratie”, zegt Zwaneveld.

Begin 2015 kentering zichtbaar
“Het heeft lang, veel te lang, geduurd voordat ik verbetering zag. Aanvankelijk is er te lauwtjes gereageerd. Later zijn er wel maatregelen genomen, bijvoorbeeld het inzetten van extra personeel. Het lijkt erop dat het nu beter gaat. Het eerste kwartaal van 2015 kwamen er bij mij nauwelijks meer klachten binnen over het uitblijven van voorschotten. Ik houd de gang van zaken natuurlijk wel scherp in de gaten”.

Ombudsman zet in op bemiddeling
Het jaarverslag 2014 bevat een bloemlezing van zo’n 50 klachten die de ombudsman behandeld heeft.
“De overheid is vaak te veel gericht op de eigen werkprocessen. Als burgers hierdoor  in de knel komen, kloppen zij bij mij en mijn medewerkers aan. In vele honderden gevallen is het ons gelukt om door interventie en bemiddeling tussen de Rotterdammer en de gemeente de klacht op te lossen”.
De ombudsman heeft in 2014 ook 58 rapporten uitgebracht waarin hij na onderzoek een oordeel gaf over het optreden van de gemeente. In veel gevallen heeft hij daaraan een (algemene) aanbeveling verbonden.

Onderzoeken op eigen initiatief
In 2014 verschenen twee rapporten van onderzoeken op eigen initiatief door de ombudsman.
De  Kredietbank Rotterdam heeft sinds 2011 na publicatie van een kritisch rapport van de gemeentelijke ombudsman een flink aantal verbeteringen doorgevoerd, zo constateert de ombudsman in zijn vervolgrapportage “De Kredietbank is in balans” uit maart 2014. Achterstanden zijn weggewerkt en de wachtlijsten zijn verdwenen. Het aantal klachten is drastisch afgenomen.
In zijn rapport “Opsporing Verzocht!” uit juni 2014 doet de ombudsman een aantal aanbevelingen om onterechte uitschrijvingen uit de GBA en de problemen bij herinschrijving (lange wachttijden stadswinkels) te voorkomen. Het college van burgemeester en wethouders heeft alle aanbevelingen overgenomen.
In mei of juni 2015 presenteert de ombudsman de resultaten van zijn onderzoek naar re-integratie van uitkeringsgerechtigden door Werk & Inkomen en de werkomstandigheden bij re-integratiebedrijven.

Bijlage:

Jaarverslag 2014