Ombudsman houdt zorgen over huisbezoeken bij burgers

(persbericht 16-3-2011)

Nieuw rapport over Rotterdamse interventieteams

Ombudsman mevrouw mr. A.M. Zwaneveld houdt zorgen over het functioneren van de interventieteams in Rotterdam. De ombudsman deed onderzoek naar de dagelijkse praktijk van de interventieteams. Het rapport ‘Kijken en bekeken worden‘ is aangeboden aan het college van B. en W. en de bestuurders van de Rotterdamse deelgemeenten.

Uit gemeentelijke cijfers blijkt dat in 2009 maar liefst 38.000 huishoudens -vaak onaangekondigd- thuis door ambtenaren zijn bezocht om gegevens te controleren op het gebied van wonen, werken, inkomen, gezondheid, scholing en veiligheid. In 2010 gaat het om vergelijkbare aantallen.

“Wordt wel goed afgewogen of er noodzaak is om een huisbezoek af te leggen? Worden burgers wel volledig geïnformeerd voordat ze aan de interventieteams toestemming geven om de woning binnen te komen? Is de privacy wel gewaarborgd van alle persoonlijke gegevens die van de bewoners in diverse systemen worden opgeslagen?” Dit zijn de belangrijkste vragen van de Rotterdamse ombudsman in het op 16 maart gepresenteerde rapport ‘Kijken en bekeken worden; een onderzoek naar de dagelijkse praktijk van de Rotterdamse interventieteams’. De ombudsman en zijn medewerkers hebben voor dit onderzoek in 74 gevallen een huisbezoek bijgewoond.

“Voor ambtenaren zijn huisbezoeken al snel routine. Voor een bewoners is elk bezoek uniek. Men ervaart dat vaak als een ingrijpende gebeurtenis”, aldus mevrouw Zwaneveld.

In een eerder onderzoek in 2007 heeft de voorganger van de vorig jaar maart aangestelde ombudsman zeer kritisch geoordeeld over de werkwijze van de Rotterdamse interventieteams. Aanleiding was een reeks van klachten over onbehoorlijk optreden.

Mevrouw Zwaneveld: “Er is de afgelopen drie jaar veel verbeterd. De bewoners worden tijdens de huisbezoeken over het algemeen respectvol bejegend. Het aantal klachten is sterk afgenomen. De interventieteams bestaan nog maar uit maximaal 3 personen, tegen 5 tot zelfs 10 in het verleden. Er is door de gemeente ook een apart protocol Huisbezoeken opgesteld voor de interventieteams. Maar tegelijk constateer ik dat belangrijke voorschriften in het protocol in de praktijk regelmatig niet worden nageleefd.

Er zijn forse verschillen in werkwijze tussen stedelijke en deelgemeentelijke interventieteams. Zo dragen de stedelijke teams een uniform. Bewoners maken een afspraak of krijgen van te voren een brief dat zij bezoek kunnen verwachten. De deelgemeentelijke teams gaan in burgerkleding en komen bijna altijd onaangekondigd.

In acht van de veertien deelgemeenten opereren deelgemeentelijke interventieteams. Ze zijn goed voor zo’n 8.000 huisbezoeken per jaar.

De stedelijke interventieteams leggen zo’n 30.000 huisbezoeken per jaar af. Dit gebeurt met name in gebieden waar de zogeheten Rotterdamwet van toepassing is, wijken met veel sociale problematiek en waar een huisvestingsvergunning verplicht is gesteld. Voornaamste doel van de stedelijke interventieteams is om de gemeentelijke basisadministratie te controleren.

In het onderzoeksrapport concludeert de gemeentelijke ombudsman dat de situatie in de praktijk nog niet ideaal is: “De leden van de interventieteams gedragen zich als mens behoorlijk, maar voldoet zo’n huisbezoek ook aan de behoorlijkheidseisen van de ombudsman? Nee, dus. Een kenbare en toetsbare afweging van de noodzaak voor een huisbezoek ontbreekt vaak, in het bijzonder bij de deelgemeentelijke interventieteams. Bewoners worden vaak onvoldoende geïnformeerd over de veelheid van onderwerpen die tijdens het huisbezoek bekeken worden. Ze realiseren zich bijvoorbeeld niet dat ze een huisbezoek kunnen weigeren of dat ze inzage kunnen krijgen in hun dossier. Ook krijgen ze niet te horen wat de bevindingen zijn van het interventieteam en wat daarmee gebeurt.

Mevrouw Zwaneveld: “Wat er meestal niet bij wordt gezegd is dat de interventieteams tevens heel andere zaken controleren. Het gaat dan om woonoverlast, illegale bewoning, uitkeringen, veiligheid. Soms signaleert men hulpvragen, maar het is onduidelijk of die effectief worden opgepakt. Mijn stelling is: wees helder waar je voor komt en wat je er mee doet. Daar hebben burgers recht op. En ik blijf met de vraag zitten of al die huisbezoeken wel noodzakelijk zijn. Zijn er geen andere mogelijkheden om aan de gewenste informatie te komen.”

Rotterdam telt 610.000 inwoners. Daarvan wonen er 200.000 ‘op Zuid’. Negen van de tien huisbezoeken vinden plaats in Rotterdam-Zuid.