Ombudsman geeft schuldhulpverlening in Rotterdam ‘dikke voldoende’

(Persbericht 17 maart 2014)

Veel Rotterdammers met problematische schulden kunnen op dit moment rekenen op snelle en effectieve hulp bij het oplossen van hun ergste financiële nood. Na ernstige klachten over de dienstverlening heeft de Kredietbank Rotterdam (KBR) het roer omgegooid. “Met opmerkelijke resultaten”, zegt de gemeentelijke ombudsman Anne Mieke Zwaneveld.  In 2011 bracht Zwaneveld een kritisch rapport uit over de gang van zaken bij de Kredietbank. Nu, drie jaar later, ligt er opnieuw een onderzoeksrapport van de ombudsman, waarin de Kredietbank verrassend goed uit de bus komt. De Kredietbank heeft de afgelopen jaren de achterstanden weggewerkt, wat heeft geleid tot rust op alle fronten en goede resultaten.

Toegang tot schuldhulpverlening
Helaas komen niet alle mensen met problematische schulden in aanmerking voor een schuldregeling. Er is een groep schuldenaren waar dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat er (uitkerings)fraude is gepleegd. De situatie van deze huishoudens is soms tot in lengte van jaren volstrekt uitzichtloos. De ombudsman wil dat de gemeente bekijkt of er toch niet een zekere ondersteuning kan worden geboden.
Uit onderzoek van Zwaneveld blijkt verder dat tweederde van de mensen met schulden die bij de Kredietbank voor hulp aankloppen na korte tijd afhaakt. Zwaneveld wil graag weten waar dat aan ligt.

Eenmaal gestart: vaak ‘schone lei’ na 3 jaar
In de gevallen dat wel gestart wordt met het schuldhulpverleningstraject, weet de Kredietbank steeds vaker tot een minnelijke schikking te komen. Iin maar liefst 51% van de gevallen komt een regeling tot stand. Landelijk is dat gemiddeld 38%. In 73% van de gevallen wordt vervolgens na drie jaar een schone lei bereikt. Landelijk is dat 69%.
Ketenpartners zoals Sociaal Raadslieden, stichting Mee, stichting Dock en het Centrum voor Dienstverlening zijn tevreden over de samenwerking met de Kredietbank. Het aantal officiële klachten van cliënten bij de Kredietbank is aanzienlijk verminderd, namelijk van 555 in 2010 tot 154 in 2013. Het aantal klachten over de Kredietbank bij de gemeentelijke ombudsman daalde van 83 in 2010 tot 34 in 2013.

Succesfactoren
Het succes van de Kredietbank is vooral te danken aan betere communicatie met cliënten en goede werkafspraken met andere hulporganisaties. “Clienten weten beter wat hun eigen verantwoordelijkheden zijn, van wie ze hulp kunnen verwachten bij het compleet maken van hun dossier en wat de Kredietbank voor hen kan betekenen. De werkprocessen bij de Kredietbank zijn op orde en de medewerkers pakken hun werk professioneel en voortvarend op”, zo concludeert de ombudsman. Zo kwamen bij de Kredietbank speciale oriëntatie- en inleverspreekuren. De schuldhulpverlening werd met een pilot in een aantal deelgemeenten via VraagWijzers en Servicepunten (decentrale gemeentelijke advies- en informatiecentra) meer naar de wijken gebracht. Bij de integrale intake wordt niet alleen naar de financiële situatie gekeken, maar ook naar andere aspecten die van invloed kunnen zijn op het inkomsten- en uitgavenpatroon, zoals psychosociale problemen, relatieproblemen, de woon- en gezinssituatie, gezondheid en verslaving.

Beleid en praktijk lopen niet synchroon
Met de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) per 1 juli 2012 is iedere gemeente verplicht voor de aanpak van schulden een beleidsplan op te stellen. In het Rotterdamse beleidsplan wordt sterk de nadruk gelegd op de eigen verantwoordelijkheid en de eigen kracht van Rotterdammers. Uit het Rotterdamse beleidsplan blijkt dat is afgestapt van het streven om iedereen een schuldenvrije toekomst te bieden.  Zwaneveld constateert dat Rotterdam daarentegen in de praktijk wel alles op alles zet om voor zo veel mogelijk mensen een ‘schone lei regeling’ te realiseren.

Zorgen voor de toekomst
Ondanks de lofzang op de recente ontwikkelingen heeft de ombudsman ook haar zorgen over de toekomst van de schuldhulpverlening in Rotterdam.
Zwaneveld stelt vast dat de ketenpartners een adequate,  onmisbare schakel vormen in het huidige stelsel van de Rotterdamse schuldhulpverlening. Zij pleit voor voldoende middelen om het werk van deze organisaties op een professionele wijze voort te zetten.
Ten slotte merkt de ombudsman op dat er eenduidige kwaliteitseisen gesteld moeten worden aan medewerkers die zich bij de VraagWijzers met schuldhulpverlening bezig houden.  Er loopt nu een experiment met schuldhulpverlening in VraagWijzers op vier plekken, namelijk in de deelgemeenten Charlois, Hoogvliet, IJsselmonde en Noord. De gemeente wil dit uitbreiden naar andere delen van de stad.