Hondenbelasting

De gemeentelijke ombudsman ontvangt geregeld klachten over de hondenbelasting. Deze klachten zijn onderling heel verschillend van aard. Zo wordt er geklaagd over het feit dat er hondenbelasting moet worden betaald. Sommige burgers vinden het discriminatie dat alleen hondenbezitters  moeten betalen en niet alle bezitters van een dier (dus ook paarden etc.).  Daarnaast ontvangt de gemeentelijke ombudsman klachten over de besteding van de hondenbelasting. De gemeente zou het geld van de hondenbelasting niet goed besteden, er zou meer moeten worden gedaan aan het opruimen van hondenpoep e.d. Tenslotte wordt ook wel eens geklaagd over de manier waarop de gemeente de hondenbelasting int.
De inning van de hondenbelasting door de gemeente is gebaseerd op een gemeentelijke verordening die is vastgesteld door de gemeenteraad. In deze verordening staat de hoogte van het tarief voor de eerste hond, het eventuele tarief voor een tweede of derde hond en het aantal honden waarvoor de belastingplicht geldt. Ook staat in de verordening of er honden zijn vrijgesteld voor de betaling van hondenbelasting, bijvoorbeeld blindegeleidehonden.

In sommige gevallen moet de opbrengst van de belasting voor een bepaald doel, dat verband houdt met de geïnde belasting, worden gebruikt. Hondenbelasting is echter niet zo’n soort belasting. Dit betekent dat de opbrengst van de hondenbelasting naar de algemene financiële middelen van de gemeente vloeit. De gemeenteraad kan zelf bepalen waar zij de hondenbelasting aan besteedt. De gemeentelijke ombudsman kan hier geen oordeel over geven.

Dit is anders bij klachten over de manier waarop de gemeente de hondenbelasting int. Klachten hierover kan de gemeentelijke ombudsman wel in behandeling nemen. Zo ontving de gemeentelijke ombudsman een klacht van mevrouw R. Zij had toen zij haar aanslag hondenbelasting kreeg deze meteen betaald voor het hele jaar. In de loop van het jaar overleed echter haar hond. Dit heeft zij aan de gemeente doorgegeven en zij zou een gedeelte van de door haar betaalde hondenbelasting terugkrijgen. Dit gebeurde alleen niet. De gemeentelijke ombudsman heeft de gemeente verzocht om de klacht van mevrouw R. in behandeling te nemen. De gemeente laat vervolgens binnen 2 weken weten dat er inderdaad iets mis is gegaan met de terugbetaling en dat deze alsnog is gedaan. Mevrouw R. ontvangt het geld op haar bankrekening en de gemeente biedt haar excuses aan.  De gemeentelijke ombudsman is blij dat er zo snel een oplossing gekomen is.