“Gevangen” in de Grote Parksluis

Rotterdam, 4 maart 2015

Door een defect aan een sluisdeur in de zomer van 2013 is een schip van rederij P. in de Grote Parksluis ‘gevangen’ komen te liggen en was daardoor gedurende bijna drie weken niet inzetbaar. Rederij P. lijdt hierdoor schade in de vorm van omzetverlies en claimt deze schade bij de gemeente. De gemeente stelt zich op het standpunt dat het hier om een normaal ondernemersrisico gaat en wijst het verzoek om schadevergoeding van rederij P. af. Rederij P. neemt hiermee geen genoegen en wendt zich tot de ombudsman.

De ombudsman opent naar aanleiding van deze klacht een onderzoek. Op 5 december 2014 stuurt de ombudsman zijn voorlopig oordeel naar betrokkenen. De ombudsman beoordeelt het handelen van de gemeente als niet behoorlijk. De beslissing van de gemeente om het verzoek om schadevergoeding van rederij P. volledig af te wijzen, is volgens de ombudsman niet goed gemotiveerd en niet redelijk. Bovendien stelt de gemeente zich niet coulant op. De ombudsman wijst er in zijn voorlopig oordeel op dat de stremming van de Grote Parksluis voor rederij P. niet te voorzien was. Verder overweegt de ombudsman dat de opstelling van de gemeente gericht zou moeten zijn op het oplossen van het conflict.

De ombudsman doet de aanbeveling aan de gemeente om, zo mogelijk, te voorkomen dat rederij P. een juridische procedure moet starten om vergoeding voor de geleden schade te krijgen. Naar aanleiding van dit voorlopig oordeel doet de gemeente aan rederij P. het voorstel om het verzoek om schadevergoeding van rederij P. voor  advies voor te leggen aan de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam (SOAZ). De kosten voor het inschakelen van dit bureau neemt de gemeente voor haar rekening. Het SOAZ zal een concept-advies uitbrengen waarop rederij P. en de gemeente kunnen reageren. Daarna zal het college van B & W een besluit op het verzoek om schadevergoeding van rederij P. nemen. Tegen dit besluit staat beroep bij de rechter open.

De ombudsman is blij dat hij dit conflict vlot heeft kunnen trekken en is van mening dat de gemeente hiermee een eerste stap in de richting van de door hem voorgestelde minnelijke oplossing heeft gezet. De ombudsman constateert dat de gemeente met dit voorstel alsnog naar behoren aan de grieven van rederij P. tegemoet is gekomen en beëindigt zijn onderzoek.