Gemeentelijke belastingen achtervolgt nieuwe huurder

De heer B. huurt vanaf december 2015 met zijn vriendin een appartement in Rotterdam. De vorige bewoner is een half jaar eerder overleden. Deze bewoner had veel schulden. Een paar weken voordat de heer B. het appartement betrekt zijn er, volgens een andere bewoner, politie en een deurwaarder langs geweest in de toen nog leegstaande woning.

De heer B. ontvangt na intrek in de woning 5 à 10 brieven en dwangbevelen van gemeente belastingen per dag. Deze brieven zijn gericht aan de erven van de overleden bewoner. Omdat de brieven niet aan hem gericht zijn laat hij ze in eerste instantie ongeopend. Na enige tijd maken de brieven hem onrustig en hij wil dat het stopt. Hij neemt meerdere malen contact op met de gemeente Rotterdam. De gemeente adviseert de heer B. om een adresonderzoek aan te vragen, om de brieven te retourneren en zelfs om een bezwaarschrift in te dienen. De heer B. volgt de drie adviezen op. Een adresonderzoek is echter niet nodig of zelfs onmogelijk, omdat de vorige bewoner is overleden en dit feit bekend is bij de gemeente. Belastingen behandelt het bezwaarschrift misschien pas eind 2016… Het terug sturen van brieven helpt ook niet. Sterker nog; dezelfde brieven komen, met zijn eigen aantekeningen, per kerende post terug in zijn brievenbus. De heer B. is bang dat er binnenkort weer een deurwaarder op de stoep staat. Straks worden per abuis zijn spullen in beslag genomen!

Op 24 februari 2016 stuurt de heer B. een e-mail aan de ombudsman. Hij klaagt dat de gemeente hem niet steunt bij het vinden van een oplossing voor het probleem. Daarnaast klaagt hij dat het niet lukt om iemand van de gemeente te bereiken die het probleem kan oplossen. De ombudsman besluit tussenbeide te komen. De ombudsman belt op 25 februari 2016 met de klachtencoördinator van Belastingen en legt uit in wat voor vervelende situatie de heer B. zich bevindt. De klachtencoördinator belt een dag later terug. Er stonden inderdaad fouten in het registratiesysteem bij gemeentebelasting. Dit is gelijk gecorrigeerd. Het nieuwe adres van de erven, dat blijkbaar bekend was bij de gemeente, is ingevoerd. De heer B. krijgt in principe geen nieuwe post, behalve 2 brieven die al onderweg waren. De ombudsman vraagt de heer B. op 9 maart 2016 of hij nog onterecht post ontvangt van de gemeente. Dit is niet meer het geval. De heer B. is heel tevreden en de ombudsman sluit het dossier.