De gemeentelijk ombudsman Rotterdam is er voor klachten over de gemeente en zijn medewerkers die gaan over de manier waarop iemand is behandeld. Als u het niet eens bent met de inhoud van een besluit door de gemeente moet u een bezwaarschrift indienen bij de gemeente. Als dat niet helpt, kunt u in beroep bij de rechter.

Als u vindt dat de gemeente u niet netjes behandelt of heeft behandeld, moet u dat eerst aankaarten bij de gemeente. Pakt de gemeente uw klacht niet goed op of bent u niet tevreden met het resultaat? Of duurt behandeling van de klacht door de gemeente te lang? Dan kunt u de gemeentelijke ombudsman vragen uw klacht te behandelen.

De ombudsman doet dat onpartijdig. Hij zal dus ook de gemeente vragen wat er is gebeurd. Hij kan in dossiers kijken, en naar door de gemeente opgeslagen telefoongesprekken luisteren. Of filmbeelden bekijken. Hij kan ambtenaren en bestuurders vragen om informatie. Hij spreekt de klacht door met u of vraagt om nadere stukken. Zo krijgt de ombudsman een duidelijk beeld van het gebeurde.

De ombudsman wil klachten zo snel mogelijk oplossen. Hij vraagt soms eerst aan de gemeente om voor een oplossing te zorgen. Hij wil dan weten hoe dat afloopt. Als u daarna tevreden bent, trekt de ombudsman zich weer terug. Als de gemeente niet met een goede oplossing komt, kan de ombudsman verder bemiddelen. Of een formeel onderzoek doen. Zo’n onderzoek eindigt zijn een oordeel over de vraag of uw klacht gegrond is . Hij kan ook aanbevelingen doen aan de gemeente. Het rapport kan anoniem worden gepubliceerd. 

De ombudsman kijkt bij de behandeling van uw klacht naar de behoorlijkheidseisen. Die gaan over open en duidelijk optreden van de gemeente, met respect voor en betrokkenheid bij de inwoner. De gemeente moet zoeken naar oplossingen en eerlijk en betrouwbaar zijn. Deze eisen zijn uitgewerkt in de behoorlijkheidswijzer [link maken].

Komen klachten als die van u vaak voor? Of heeft u een klacht over iets waar nog weinig kennis over is? Dan kan de ombudsman thematisch onderzoek doen. Dat noemt hij een onderzoek op eigen initiatief.