Re-integratie en de rechten van een uitkeringsgerechtigde

(samenvatting dossier 2016.811) De heer M. heeft een uitkering op grond van de Participatiewet. In het kader van zijn re-integratie nodigt het cluster Werk en Inkomen van de gemeente Rotterdam hem uit voor een bijeenkomst over werkervaringsplaatsen. Hij woont op 1.5 uur reistijd per openbaar vervoer naar de locatie van de werkervaringsplaats.

De heer M. krijgt ter plekke een plaatsingsovereenkomst voor een werkervaringsplaats bij Ro-bedrijf voorgelegd. In de overeenkomst die hij ter ondertekening krijgt voorgelegd, ontbreken de ingangsdatum, de einddatum en het aantal uur per week dat hij zou moeten werken. Omdat hij alles nog een keer goed na wil lezen voor hij zijn handtekening zet, vraagt hij of hij de overeenkomst mee naar huis mag nemen. Volgens de heer M. mag dat niet. Hij krijgt te horen dat als hij niet direct tekent, dit gevolgen voor zijn uitkering kan hebben.

De heer M. is ontevreden over de gang van zaken en vraagt de ombudsman wat die ervan vindt dat hij meer dan 3 uur reistijd heen en terug naar zijn werkervaringsplaats heeft. De heer M. vindt ook dat werkervaringsplaatsen mede de oorzaak zijn van verdringing op de arbeidsmarkt.

De ombudsman vraagt de gemeente hoe het kan dat iemand een overeenkomst ondertekent, zonder dat die compleet ingevuld is. Tijdens het onderzoek blijkt bovendien dat er handmatig wijzigingen in de overeenkomst zijn aangebracht, nadat de heer M. deze had ondertekend.

Naar aanleiding van het onderzoek naar deze klacht doet de ombudsman opnieuw zijn aanbeveling uit het rapport Op pad naar werk, … niet geplaveid, wel schoongeveegd: ‘Dwing uitkeringsgerechtigden niet tot het direct en ter plaatse ondertekenen van een plan van aanpak, trajectplan of overeenkomst, maar geef hen de gelegenheid het volledig ingevulde plan of de volledig ingevulde overeenkomst eerst thuis te lezen’. Een aanbeveling die toen is overgenomen, maar waarvan blijkt dat die in de praktijk niet altijd wordt gevolgd. De wethouder laat weten dat hij deze aanbeveling in een uitvoeringsbericht extra onder de aandacht van de medewerkers zal brengen.

De ombudsman doet ook een aanbeveling voor het opstellen van objectieve criteria om te beoordelen of er sprake is van verdringing op de arbeidsmarkt. De ombudsman vindt dat meldingen daarover onderzocht moeten worden en dat daar periodiek verslag over uitgebracht moet worden. De wethouder laat weten dat hij van plan was een regionaal meldpunt in te stellen. Inmiddels is echter de Wet

Verdringingstoets in voorbereiding. Die wet heeft mogelijk consequenties voor het instellen van een dergelijk meldpunt heeft. Om die reden wacht de wethouder met het instellen van een meldpunt tot duidelijk is wat de Wet inhoudt.

De ombudsman is tevreden dat de wethouder de noodzaak van een dergelijk meldpunt inziet en zal met de wethouder de ontwikkelingen op dit punt monitoren.