Ombudsman Rotterdam bezorgd over hulp aan mensen met schulden

(persbericht 4 augustus 2011)

De gemeente Rotterdam kan de verwachtingen van burgers over schuldhulpverlening en schuldbemiddeling niet waar maken. Ondanks een reeks van maatregelen om de dienstverlening te verbeteren, blijft het aantal klachten over het functioneren van de gemeentelijke Kredietbank stijgen. Veel mensen met ernstige en langdurige schuldproblemen tasten in het duister over wat de gemeente voor hun kan en wil betekenen. Door onzorgvuldigheid en het overschrijden van termijnen nemen schulden volgens de klachten bij de ombudsman soms eerder toe dan af.

Dit blijkt uit een vandaag gepresenteerde tussenrapportage van de Rotterdamse ombudsman Anne Mieke Zwaneveld over de schuldhulpverlening door de Kredietbank. Volgens Zwaneveld is er alle reden tot bezorgdheid over de uitvoering van het gemeentelijke beleid om hulp te verlenen aan mensen met schulden.

Met name een groep van zo´n 700 klanten die in 2007 en 2008 bij de Kredietbank aanklopten lijkt extra de dupe van capaciteitsgebrek en administratieve achterstand. Hun verzoek om schuldhulpverlening is aanvankelijk op een stapel beland en vervolgens in latere jaren niet adequaat behandeld. Zij kregen te maken met een voortdurende wisseling van contactpersonen, incomplete dossiers, lange wachttijden en gebrek aan inzicht in hun financiële toekomstperspectief.

Inmiddels heeft de Kredietbank tal van maatregelen genomen om de kwaliteit van de dienstverlening op te krikken. Op sommige punten zijn verbeteringen zichtbaar, bijvoorbeeld op het gebied van bereikbaarheid van medewerkers en dossiervorming. Niettemin is het aantal klachten bij de ombudsman sinds 2008 meer dan verdrievoudigd.

Het afgelopen jaar heeft de Rotterdamse ombudsman de maatregelen onder de loep genomen. Zwaneveld zegt een overkoepelende aanpak te missen: “De acties van de Kredietbank zijn heel divers en overlappen elkaar. Het is voor een buitenstaander haast ondoenlijk om zich een beeld te vormen van alle verschillende maatregelen en projecten die er plaatsvinden”.

Het doel van de schuldbemiddeling en het budgetbeheer van de Kredietbank is dat de klant zijn schulden en lopende financiën op orde krijgt. Na een termijn van maximaal drie jaar moet hij met een schone lei kunnen beginnen. De gemeente heeft deze ambitie in 2009 echter aanzienlijk naar beneden bijgesteld: het streven is niet langer om de klant schuldenvrij te krijgen, maar soms alleen maar budgetbeheer om het huishoudboekje ‘beheersbaar’ te houden en nieuwe schulden te voorkomen.

“Dat is niet altijd duidelijk voor de burger die een beroep doet op de Kredietbank”, aldus Zwaneveld. “Veel burgers die zich in wanhoop tot de gemeente wenden denken dat ze uit de financiële ellende zijn, maar schuldeisers en deurwaarders blijven toch aankloppen. Mensen verwachten dat ze – na jaren onder een strak financieel bewind gestaan te hebben – schuldenvrij zijn, terwijl dit niet langer het doel van de Kredietbank is.”

Zwaneveld maakt zich zorgen over de positie van de klanten van de Kredietbank: “Je moet in de eerste plaats duidelijk zijn over wat je voor de burger kunt betekenen en dat daarna ook doen”.

De schuldhulpverlening komt volgens de Rotterdamse ombudsman de komende tijd verder onder druk te staan: “Door de economische recessie zal het aantal mensen met schulden alleen maar toenemen en zal een zwaarder beroep op de Kredietbank worden gedaan. De wil tot verandering bij de Kredietbank is zeker aanwezig, maar als je ziet hoeveel er nog binnen de gemeente bezuinigd moet worden, dan ben ik bang dat de situatie er niet beter op wordt en dat baart mij zorgen”.