Geen toeslagen, geen boodschappen

Mevrouw V. krijgt van de Kredietbank Rotterdam hulp bij het oplossen van haar schulden. Onderdeel van die hulp is dat de Kredietbank de inkomsten van mevrouw V. beheert en ervoor zorgt dat alle vaste lasten worden betaald. De Kredietbank is echter vergeten om aan de Belastingdienst door te geven dat de huur- en zorgtoeslag van mevrouw V. naar de Kredietbank moest worden overgemaakt in plaats van naar haar eigen bankrekening. De toeslagen worden daarom toch op haar eigen rekening gestort. Omdat mevrouw V. nog een schuld heeft bij deze bank, wordt het door de Belastingdienst gestorte bedrag direct verrekend met de openstaande schuld.

Als mevrouw V. vervolgens bij de Kredietbank komt voor haar maandelijkse leefgeld, krijgt zij te horen dat er onvoldoende saldo is, omdat de toeslagen niet waren gestort. Het leefgeld wordt niet uitgekeerd en mevrouw V. kan geen boodschappen doen. Mevrouw V. vraagt de ombudsman om hulp.

De ombudsman neemt direct contact op met de gemeente met de vraag of er niet snel een oplossing kan worden gevonden. Het is immers vrijdag en mevrouw V. heeft voor het weekend geen eten meer. De gemeente ziet na enig aandringen ook wel dat er iets niet goed is gegaan met het doorgeven van de informatie over de toeslagen. Dit wordt zo snel mogelijk recht gezet.

Daarnaast wordt er afgesproken dat er diezelfde dag iemand van de gemeente boodschappen zal gaan doen met mevrouw V. Zo is haar koelkast voor het weekend gelukkig alsnog gevuld.