Een nare verrassing

Mevrouw K. woont in Rotterdam en bezit een auto. Ze rijdt niet veel in deze auto, soms staat hij wekenlang stil. Als ze afgelopen zomer op een dag weer bij haar auto komt, treft ze tot haar grote schrik een bon onder de ruitenwissers aan. Het is een aankondiging voor een bekeuring van bijna € 400.

Volgens de bon staat de auto van mevrouw K. geparkeerd op een invalidenparkeerplaats. De geschrokken Rotterdamse raakt nog meer verbijsterd als ze ziet dat dit klopt, er staat inderdaad een parkeerbord bij haar auto. Ze weet zeker dat dit bord er nog niet stond toen ze haar auto hier 2 weken geleden parkeerde. Ze vraagt zich af of ze misschien flink in de maling wordt genomen. Jammer genoeg lijkt dat niet het geval.

Mevrouw K. begint met bellen naar de gemeente Rotterdam. Helaas duurt het een hele tijd voordat ze iemand te spreken krijgt die haar meer kan vertellen over het parkeerbord. Deze medewerker wil echter niet voor haar uitzoeken hoe lang dit bord er al staat. Volgens hem wordt er nooit een bord geplaatst als er een auto op de parkeerplaats staat. Zo komt mevrouw K. geen steek verder. Daarom stuurt ze een e-mail naar de ombudsman.

De ombudsman vraagt de directeur van de sector Parkeren om op de klacht van mevrouw K. te reageren. De gemeente komt nu toch in beweging en schrijft dat het bord inderdaad nieuw is. De boete is 2 dagen na de plaatsing van het bord aan mevrouw K. opgelegd. Omdat de gemeente geen reden heeft om aan te nemen dat haar verhaal niet klopt, wordt de boete vernietigd. Dat is een hele opluchting voor mevrouw K.