“De gemeente geeft mij een officiële waarschuwing zonder mijn verhaal te kennen”.

Op het Recreatieoord Hoek van Holland vindt een vervelend incident plaats. De gemeente Rotterdam is beheerder van het recreatieoord en verhuurt kavels aan particulieren. De heer K, die daar jarenlang in Hoek van Holland een huisje heeft, zou een mede-recreant bedreigd hebben. Een deel van de confrontatie is op film vastgelegd. De mede-recreant die zich bedreigd voelde, doet aangifte bij de politie. De heer K. krijgt twee weken later een schriftelijke waarschuwing van de gemeente Rotterdam. De gemeente stelt dat de heer  K. de boosdoener was. De heer K. ontkent en begrijpt niet hoe de gemeente dit kan beweren. Hij is zelf uitgedaagd, maar heeft niet eens de kans gekregen van de gemeente om zijn kant van het verhaal te doen.

Een waarschuwing van de gemeente aan het adres van de heer K. lijkt mee te vallen, maar kan er later toe leiden dat de huurovereenkomst van de kavel wordt opgezegd en dat de heer K. het recreatieoord moet verlaten. De heer K. dient een klacht in bij de gemeente over deze gang van zaken. Naar aanleiding van de klacht krijgt de heer K. alsnog een uitnodiging voor een gesprek. Het gesprek is echter bedoeld om een toelichting te geven op de waarschuwing. Als de gemeente de waarschuwing vervolgens laat staan, benadert de heer K. de ombudsman.

De ombudsman doet onderzoek en oordeelt dat er inderdaad geen wederhoor heeft plaatsgevonden. De gemeente is volledig afgegaan op de verhalen van anderen toen zij besloot de heer K. een schriftelijke waarschuwing te geven. De heer K. is niet de gelegenheid gegeven zijn verhaal te doen, voordat die beslissing is genomen. De gemaakte filmopname was nog niet bekend bij de gemeente. Het later gehouden gesprek had niet de insteek om de waarschuwing te heroverwegen. De ombudsman oordeelt niet of een waarschuwing terecht was of niet, maar wel dat de heer K. ‘geen eerlijk proces heeft gehad’.

De gemeente had, voor zij de waarschuwingsbrief  verzond, twee weken de tijd om met de heer K. in gesprek te gaan, maar heeft geen contact gezocht met de heer K. Spoed kan in deze situatie dus geen excuus betekenen voor het overslaan van het wederhoor. Wederhoor is fundamenteel. De gemeente Rotterdam heeft gehandeld in strijd met het behoorlijkheidsvereiste van een goede voorbereiding luidt het oordeel van de ombudsman. De gemeente heeft onvoldoende geluisterd naar de heer K.

De ombudsman doet de aanbeveling om altijd hoor en wederhoor toe te passen door de medewerkers van het Recreatieoord en hen daarover schriftelijk of digitaal te informeren. De wethouder Cultuur en Sport laat weten dat hij zich kan vinden in de aanbeveling, maar dat er volgens hem ook situaties zijn waarin het belang van de andere huurders, of van het personeel, boven dat van een individuele recreant gaat en er veel haast is geboden. De wethouder verzekert de ombudsman dat de gemeente dat niet te makkelijk zal doen. De ombudsman is tevreden dat de aanbeveling wordt overgenomen en zal alert zijn op de uitvoering en op eventuele nieuwe klachten op dit punt.

Het hele rapport van de ombudsman leest u hier (dossier 2014. 1168)