Bureau Frontlijn zette mij onder druk om andere hulp te accepteren!

(samenvatting dossier 3243) Mevrouw G. heeft geen geld meer voor haar basisbehoeften, nadat haar ex-vriend er met haar bankpassen, haar geld en waardevolle spullen vandoor gaat. Dat levert grote problemen op voor mevrouw G. en haar dochter van 3 jaar oud. Mevrouw G. benadert de gemeente voor hulp en die meldt haar aan bij Bureau Frontlijn. Bureau Frontlijn regelt snel een voedselpakket van de Voedselbank gedurende drie maanden. Tot zover is mevrouw G. blij met de hulp.

Mevrouw G. tekent naar eigen zeggen onder tijdsdruk een toestemmingsverklaring voor Bureau Frontlijn om informatie uit te wisselen met SISA[1] als dat (toekomstige) begeleiding ten goede komt. Volgens mevrouw G. zal Bureau Frontlijn pas na overleg met haar en na een (volledige) intake gebruik maken van deze verklaring. De intake blijft echter achterwege. Wel nemen medewerkers en stagiaires herhaaldelijk contact met haar op, komen op huisbezoek, willen ‘van alles’ van haar weten en blijven een uitgebreid hulppakket (administratie, opvoedingsadviezen etc.) aanbieden. Mevrouw G. vindt dat zij dat niet nodig heeft. Ze zou wel een verwijzing naar het jeugdsportfonds willen, maar dat vindt Bureau Frontlijn niet op hun pad liggen.

Als blijkt dat Bureau Frontlijn niet de hulp wil bieden waar mevrouw G. zelf om vraagt, maar wel een SISA-melding heeft gedaan waarover ze overlegt met Veilig Thuis, is voor mevrouw G. de maat vol. Ze dient een aantal klachten in en meldt Bureau Frontlijn haar toestemmingsverklaring in te trekken.

De ombudsman oordeelt na onderzoek dat Bureau Frontlijn mevrouw G. onder druk heeft gezet om hulp te accepteren. Bureau Frontlijn heeft te vaak contact opgenomen (11 keer) en het contact leek op bemoeizorg. Signalen dat mevrouw G. gemengde gevoelens had over het contact, al hulp kreeg van andere instanties en de meeste dingen zelf kon regelen zijn onvoldoende opgepakt.

De ombudsman kan niet vaststellen wat er precies tegen mevrouw G. is gezegd over de toestemmingsverklaring. De ombudsman kan zich voorstellen dat Bureau Frontlijn uit bezorgdheid over de situatie een SISA melding wilde doen. De tekst op de toestemmingsverklaring wekt de indruk dat mevrouw G. het doen van een SISA melding kan weigeren. Bureau Frontlijn past de toestemmingsverklaring daarom aan, zodat daar in de toekomst duidelijkheid over is.

Bureau Frontlijn schrijft de ombudsman dat er een fijne scheidslijn is tussen enthousiasme om zorg te bieden en het doorslaan in bemoeizorg. Zij belooft haar medewerkers te leren om alerter te reageren op signalen dat burgers twijfelen of zij wel hulp willen accepteren. De ombudsman reageert met instemming op deze toezegging.

[1] SamenwerkingsInstrument Sluitende Aanpak (SISA) is een computersysteem waarin professionals kunnen signaleren dat zij betrokken zijn bij een jeugdige van 0 tot 23 jaar. Vervolgens moeten zij met elkaar afstemmen als blijkt dat er 1 of meerdere andere organisaties actief bij de jeugdige betrokken zijn. Bron: http://www.sisa.rotterdam.nl/