Beslissing om Stichting C. te weren van keukentafelgesprek onvoldoende gemotiveerd

(samenvatting dossier 200) Rotterdammers met een Pgb kunnen bij Stichting C., een centrum voor dagbesteding zorg inkopen. Tussen de Stichting C. en de gemeente Rotterdam is verschil van mening over de rol die medewerkers van de Stichting hebben bij een keukentafelgesprek in het kader van een Wmo-melding. De Stichting dient ook namens haar cliënten klachten in als de gemeente niet op tijd reageert op Wmo-aanvragen.

De gemeente waarschuwt op enig moment dat als zij zo blijft doorgaan, Stichting C. niet meer welkom is bij het keukentafelgesprek en ze vraagt Stichting C. om niet meer namens cliënten te corresponderen. De gemeente vindt dat als de cliënt behoefte heeft aan ondersteuning, hij gebruik kan maken van de  onafhankelijke cliëntondersteuning.

De ombudsman vindt dat de gemeente haar beslissing om Stichting C. te weren van het keukentafelgesprek onvoldoende heeft gemotiveerd. Bovendien kan een cliënt volgens de Algemene wet bestuursrecht iedereen machtigen om namens hem te corresponderen. De gemeente mag vragen stellen over de machtiging, maar het is de cliënt die kiest.

Tijdens het onderzoek van de ombudsman stelt de gemeente nieuwe regels vast: met ingang van 1 januari 2018 mogen potentiële zorgaanbieders niet meer bij het keukentafelgesprek aanwezig zijn. Stichting C. dus ook niet meer.

Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning moeten gemeenten onafhankelijke cliëntondersteuning aanbieden. De ombudsman vindt al langer dat de gemeente meer en betere invulling moet geven aan onafhankelijke  cliëntondersteuning. Daarom verbindt de ombudsman aan zijn oordeel een aanbeveling.

Ontwikkel beleid over de invulling van de ondersteuning anders dan door de via de gemeente aan te bieden onafhankelijke cliëntondersteuning, van aanvragers van een Pgb (dus uitdrukkelijk niet over de ondersteuning bij het beheer van een Pgb) en communiceer daarover met cliënten, zorgverleners en ieder die zich bij de gemeente als vertegenwoordiger of gemachtigde van een cliënt meldt.

De directeur MO neemt deze aanbeveling over omdat de gemeente naar zijn mening al heel ver is met de uitvoering daarvan.

De ombudsman neemt er met instemming kennis van dat de gemeente zijn aanbeveling overneemt. Ondanks dat de ombudsman ziet dat er ontwikkelingen zijn met betrekking tot de onafhankelijke cliëntondersteuning, is er echter in augustus 2018 nog niet voor alle Rotterdammers onafhankelijke cliëntondersteuning beschikbaar. Daarom handhaaft hij zijn aanbeveling en zal hij kritisch volgen hoe de gemeente feitelijk invulling geeft aan de onafhankelijke cliëntondersteuning.