‘Bedreigen’ of terecht ‘informeren’ over mogelijke consequenties?

(samenvatting dossier 2016.1595/2653) De heer C. en mevrouw B. ontvangen een bijstandsuitkering van de gemeente Rotterdam. Zij hebben 2 jonge kinderen en volgen beiden een re-integratietraject. Volgens de werkconsulent stoort de heer C. zich in de brieven van Werk en Inkomen aan het herhaaldelijk noemen van de verplichtingen en eventuele consequenties bij het niet nakomen ervan. De werkconsulent zou hebben gezegd dat het standaardformuleringen zijn. Deze zinnen moet hij niet persoonlijk opvatten. De gemeente wil vooral open en duidelijk zijn.

Mevrouw B. leert in het kader van haar inburgeringscursus de Nederlandse taal. Dit gaat volgens de gemeente en Samenlevingswerk zo goed, dat ze kan gaan assisteren bij taalcursussen. Mevrouw B. is opvallend gemotiveerd en dienstbaar, maar bij een telefonische intake door Werkstation Rotterdam Zuid (WRZ) (b)lijkt haar taalvaardigheid onvoldoende. In dezelfde periode wordt de vader van de heer C. ernstig ziek is.

De werkconsulent belt mevrouw B. voor opheldering. De heer C. voert het gesprek. Hij is boos en het gesprek verloopt onaangenaam. Op een gegeven moment zegt de werkconsulent: “Je bent heel boos, maar ik moet je wel één ding duidelijk maken. Bij de toekenning van de uitkering zijn jullie gewezen op jullie rechten en plichten… Als je vrouw niet deelneemt aan een traject, kan dat gevolgen hebben voor jullie uitkering.” De heer C. vindt dat de consulent te ver is gegaan. Hij vindt kort daarna een baan, waardoor hij en zijn vrouw geen uitkering meer nodig hebben. Wel legt hij zijn klacht voor aan de ombudsman.

De ombudsman constateert een groot verschil in beleving en perspectief. Waar de heer C. spreekt over ‘dreigen’, spreekt de werkconsulent over ‘informeren’.

De ombudsman oordeelt, nadat hij de werkconsulent heeft gehoord, dat de toon van de communicatie onvoldoende fijngevoeligheid en ‘maatwerk’ bevatte. Het hele traject van mevrouw B. overziend vindt hij, dat de gemeente in het telefoongesprek onvoldoende vorm heeft gegeven aan het behoorlijkheidsvereiste evenredigheid.

In zijn onderzoek naar re-integratie ‘Het pad naar werk…niet geplaveid, wel schoongeveegd!’ van 28 mei 2015 deed de ombudsman een aantal aanbevelingen. De ombudsman herinnert de gemeente vooral aan aanbeveling 3b: Verwijs niet steeds in brieven, e-mails en contactmomenten naar ‘Afspraak is afspraak’[1]. Bijna alle betrokken uitkeringsgerechtigden hadden hier moeite mee.

[1] Nu o.a. ‘Duidelijk voor elkaar, alle afspraken tussen u en de gemeente op een rij’ van augustus 2017